We hebben onze kinnen op de brede rand van het balkon gelegd, de oudste en ik. Zo kijken we naar beneden. Naar wat er gebeurt in de straat. Naar wat er allemaal voorbijkomt. Aan mensen. Net fietste er een vrouw langs met een mondkapje op. Ik hoorde de oudste even dieper ademen. Zelf nam ik ook wat extra lucht.